Om 5 uur ‘s morgens is er bij de familie Jammeh al heel
wat te beleven. Tijdens de ramadan dan toch. We staan allemaal op om samen
rijst met vis te eten en thee te drinken. Het ligt wat zwaar op de maag die vis
wanneer je net bent opgestaan, maar de gezelligheid maakt veel goed. We zitten
voor het huis met een paar zaklampen (want de elektriciteit is alweer
uitgevallen) en iedereen praat met elkaar.
Pullo en haar zoontje |
Mama zet de thee op, papa en de kinderen beginnen meteen te
eten. We eten net zolang als het gebed weerklinkt vanuit de moskee. Nog snel
een gebed voor we weer naar bed gaan en dan is het wachten tot 19u40 om opnieuw
te eten. Ik moet wel toegeven dat we dit niet altijd konden. Niet dat we daar
honger hadden met temperaturen boven de 35°C, maar de mama maakte zo veel en zo
lekker eten voor ons klaar dat we dat niet konden afslaan.
Na het eten ruimen we nog even op en dan gaan we weer slapen. Of dat proberen we toch, want dat is niet zo gemakkelijk wanneer het bloedheet is onder het muggennet. Toch kan en mag ik echt niet klagen; we hadden nog grote luxe bij Pullo in tegenstelling tot andere families in het dorp.
Pullo’s familie had een echt stenen huis, met 3 kamers! Ze
hadden zelfs een kleine koelkast met diepvriezer. Elke avond vulde oma, tante
en mama zakjes water om in de diepvriezer te steken. De volgende dag konden
mensen uit de buurt zakjes komen kopen om hun etenswaren koel te houden. Dit was
voorlopig de enige bron van inkomsten voor het gezin nu mama net was bevallen
en ze dus niet kon gaan werken.
Mussa, de papa, had geen werk. ’s Avonds tussen de thee
en de rijst heb ik er met hem eens een gesprek over gehad. Hij zei me dat er
voor de inwoners van Gambia gewoon niet genoeg werk is. Het aantal werklozen is
enorm en het inkomen van diegenen die wel werken is bijzonder laag. Naar mijn
mening doet de overheid ook weinig om hier echt iets aan te veranderen of om
werk te stimuleren…
De familie was arm, maar had het nog goed in vergelijking
met de buurt. Volgens Mussa zijn de familie en hij toch rijker dan wij,
Europeanen. Hij heeft misschien niet zo veel geld als hij zou willen, maar familie
en vrienden maken veel goed. Nu klink ik wel heel cliché, maar ik kan het op
geen andere manier beter uitdrukken. Zoals velen zeggen moet je er geweest zijn
om die ervaring te delen.
Na de gezellige avond besliste Mussa, de papa, dat het
tijd was voor onze Afrikaanse namen. Het is de gewoonte om gasten ook een
Afrikaanse naam te geven. Zo zijn ze nog en beetje meer deel van de familie. De
naam die je krijgt, is de naam van iemand uit de familie. Rohuey is mijn naam!
Zo heette de zus van Pullo en zo ben ik toch ook een beetje haar zus.