De laatste dagen is het tijd voor iets helemaal anders en
daarvoor moeten we opnieuw de bus nemen. Dit keer een nachtbus van 6u naar Puno
vlakbij het Titicacameer. En ik hoor het jullie al uitspreken: TITICACA, maar
dat is fout volgens onze lieftallige gids die ons beleefd probeerde uit te lachen
met onze uitspraak van “Titi-kha-kha”; wat zo veel betekent als poema en rots.
De reden daarvoor ligt ook voor de hand: het meer zou de vorm van een poema
hebben en de kleur van het meer is grijs zoals een rots; dat is toch wat de Inca's ervan dachten. Simpel toch?! Maar dan
vraag ik me af hoe zij ook alweer wisten dat het meer de vorm had van een
poema zonder dat ze ook maar één hulpmiddel hadden… Bizar!
Nu varen we op het
meer in rechte lijn naar een drijvend, zelf gemaakt eiland en zo zijn er wel
meerderen in het meer. De bewoners maken dat eilandje zelf van stro verankerd
op de bodem en waar ze elk jaar zelf een laag stro moeten bijleggen. De mensen zijn volledig zelfvoorzienend en leven van de visvangst, het jagen op
vogels en eieren. Door ruilhandel en de inkomsten van het beetje toerisme
kunnen ze ook nog aan quinoa, rijst en andere voedingswaren geraken van op het
vaste land. Ze leven er erg primitief en hebben geen enkele luxe, maar volgens
mij is het best een fijn leven daar. Genieten van de rust op het water en zelf
je eten verzamelen zonder zorgen aan je hoofd…
Na een uurtje is het alweer tijd
om vaart te zetten naar het volgende – dit keer echte – eiland, Luquina Chico,
waar we een nachtje zullen logeren.
Besitos
Geen opmerkingen:
Een reactie posten