Als ze in Gambia zeggen dat ze naar de markt gaan,
betekent dat lichtelijk iets anders dan in België. Bij ons vind je op een dag
in de week een marktje in het dorp met enkele kraampjes. Er is brood, vis,
vlees, groeten en fruit. In Gambia is het elke dag markt en kan je er echt
alles kopen. Iedereen gaat er ook naartoe; je moet er drummen om ergens te
geraken. Deze ervaring wilden we dus zeker niet missen. Pullo, de mama, nam ons
mee naar de markt van Serakunda!
Om daar eerst te geraken namen we de bus. Geen grote DeLijn-bus,
maar een klein busje volgestouwd met mensen, goedkoop en altijd op tijd. Op de
markt wisten we niet waar eerst te kijken. Overal is er wel wat te beleven en
al je zintuigen worden geprikkeld. Verschillende kleuren, vormen en vooral
geuren. Er zijn heel veel soorten groenten en kruiden, kip en vooral veel vis. Aan
de kust wordt er immers veel gevist en die vis gaat meteen naar de markt. Verser
dan dat kan je waarschijnlijk niet krijgen.
Chicken Jassa |
Samen met Pullo kochten we alle ingrediënten voor het
avondmaal, ons eerste typisch Gambiaans feestmaal, de Chicken Jassa. Pullo is
geweldig goed in afbieden! Bij elk product kon ze minstens een derde van de
prijs afdoen. Ze zou het zeker niet slecht doen in onze zakenwereld.
Na de inkopen was het tijd om aan het eten te beginnen. Hiervoor
hadden we wel een halve dag nodig. We hielpen mee de groenten te kuisen, de
kruiden fijn te stampen en te proeven natuurlijk. De kip, de zoete aardappelen,
het brood (de tapalapa), alles was gewoon heerlijk! Kon mijn mama zo maar
koken.
Met het typisch Afrikaans stofje dat ik op de markt had
gekocht, trok Pullo met mij naar de kleermaker. Zo een kleed als zij wilde ik
ook wel graag. De volgende dag was het al zo ver, ik mocht mijn kleed gaan
ophalen en het was perfect. Ik vond het geweldig en heb het de hele dag
aangehouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten