maandag 15 september 2014

Our trip to the Gambia: part 7 (Roots)

Ondanks het begin van mijn Granada-avontuur, moet ik gewoon nog eens terug komen op de reis naar Gambia. Ik heb nog zo veel te vertellen, maar ik denk dat ik het nog bij twee stukjes ga houden. Zo zijn jullie net nieuwsgierig genoeg om er ook eens naartoe te gaan.

De bekendste trekpleister van Gambia moet wel James Island zijn. James Island of Kuntah Kinteh Island, slaveneiland, allemaal hetzelfde. Dus moesten wij dat eiland ook maar eens bezoeken. Om er eerst te komen, moesten we de ferry nemen naar de andere kant van het land. En die ferry was een speciale ervaring. Voor de een al wat leuker dan voor de andere. We werden op de boot gestompt als koeien die naar het slachthuis worden gebracht. Maar voor de plaatselijke bevolking leek dit helemaal geen probleem, dus voor ons ook niet!

Bij aankomst moesten we toch even op onze plooien komen van de tocht. De andere kant van de rivier ziet er toch een tikkeltje anders uit dan de kant die we gewoon waren… Veel vuiler, grauwer en de mensen zijn er veel onvriendelijker. Een niet zo een goede start van de dag dus.










De chauffeur is er al snel en brengt ons naar de lodge waar we twee nachten zullen verblijven. De omgeving is heel mooi. Rond de huisjes is er water en zijn er de mangroves. Voor de rest ligt de lodge op een afgelegen plek zonder andere huizen eromheen.

In de huisjes is het minder gezellig. Het is er echt vuil, het stinkt er en de wc werkt amper… bah! Ik zou niet mogen klagen, want het is Afrika, maar toch was dit een van de slechtste plaatsten die we bezocht hebben qua hygiëne.

De rest van de dag brengen we door rond de lodge om de volgende dag goed uitgerust te zijn om naar het eiland te gaan.

De volgende ochtend staat het busje al klaar om ons naar de plek te brengen waar we een bootje kunnen nemen om het echte eiland te gaan bezoeken. Wanneer we eindelijk startensklaar zijn, blijkt er een probleem te zijn met de motor. Geen probleem, even wat foefelen en we zijn weer vertrokken. In Afrika kan echt alles!



Na een korte boottocht zijn we dan op James Island. En eerlijk gezegd, had ik er meer van verwacht. Het was maar een klein eilandje me een paar ruïnes op. In mijn gedachten zag het er toch net iets impressionanter uit. Toch kan de gids ons nog veel vertellen over hoe het er vroeger aan toe ging. Hij toonde ons de cel waar Kuntah Kinteh had vastgezeten. Het was een heel klein hok, waar ze samen met wel tien mannen inzaten, afgesloten van de buitenwereld. Het moet heel indrukwekkend geweest zijn, maar ik kon me er niet veel bij voorstellen door de weinige overblijfselen op het eiland.





Terug bij de lodge praten we nog na over het bezoek van die dag. Nog tot een stuk in de nacht zitten we gezellig buiten bij het licht van een lampje om te genieten van de mooie omgeving.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten